In een eerder blog heb ik het er al over gehad: de franchisewet nodigt uit tot mediation [1] .In mijn praktijk merk ik dat diverse open einden in de franchisewet zorgen voor discussie tussen franchisegevers en franchisenemers, zoals bijvoorbeeld bij de bepalingen betreffende goodwill en instemmingsrecht. Dat is, op zijn zachtst gezegd, jammer. Op die manier kan er een verwijdering tussen franchisegevers en franchisenemers, in eerdere gevallen nog beginnen de samenwerking is begonnen. Terwijl het voor een goede samenwerking tussen franchisegever en franchisenemer nu juist belangrijk is dat partijen in overleg komen tot en werkbare afspraken. In deze blog kan ik aan de hand van de bepalingen betreffende goodwill en het instemmingsrecht waarom de inzet van franchisebemiddeling kan helpen bij het afhechten van deze open einden in de franchisewet.
Goodwillbepaling
Op grond van de franchisewet moet sinds 1 januari 2021 een goodwillbepaling in nieuwe franchiseovereenkomsten worden opgenomen. Voor bestaande franchiseovereenkomsten moet uiterlijk per 1 januari 2023 een goodwillbepaling gelden. Franchisegever en franchisenemer moeten in de franchiseovereenkomst bepalen op welke manier zal worden gebruikt of en in welke mate er goodwill aanwezig is bij het einde van de samenwerking en, als dat het geval is, in welke dat is te rekenen aan de franchisegever. De franchisenemer moet worden betaald op het moment dat de franchisegever de onderneming van de franchisenemer moet voortzetten. Deze verplichtingen leveren op: van wie is de goede wil? Hoort die bij de franchiseformule of heeft de franchisenemer daar recht op? Hoe wordt de hoogte van de goodwill bepaald?
Door het inzetten van een franchisegever en franchisenemer(s) onder de leiding van een onafhankelijke mediator met elkaar besproken wat voor een vaststelling en werkbare goodwillbepaling is. Zo kan er worden gekozen om op voorhand een concrete formule te kiezen voor de berekening van de goodwill in de franchiseovereenkomst op te nemen. Er kan worden gekozen voor het bepalen van de goede wil en het bepalen van uitgangspunten. Partijen kunnen bijvoorbeeld afspreken aspecten van de gevolgen worden genomen bij het bepalen welk gedeelte van de goodwill is door de verdienste van een franchisenemer.
Instemmingsrecht
Als de franchisegever van het plan om de franchiseformule te wijzigen of indien de franchiseformule te exploiteren en plannen gericht in de franchisewet deze financiële gevolgen hebben voor de franchisenemer. In de franchiseovereenkomst dient een drempelwaarde te worden aangevraagd. Daarbij dient te worden beschreven tot welk bedrag een franchisegever eenzijdig wijzigingen kan doorvoeren. Bij wijzigingen die boven de drempelwaarde ontstaan, is instemming nodig van de meerderheid van de franchisenemers van de franchisenemers van de wijzigingen van toepassing zijn. Ook deze zorgt voor discussie tussen franchisegevers en franchisenemers. Wat is immers een redelijk drempelbedrag? Aan de ene kant moet de franchisegever slagvaardig kunnen blijven en het is niet werkbaar als de franchisegever voor elke kleine wijziging om instemming moet vragen. Aan de andere kant moet de franchisenemer worden beschermd tegen eenzijdige beslissingen van de franchisegever die kunnen leiden tot groot financieel nadeel voor de franchisenemer.
Het bepalen van de juiste drempelwaarde is maatwerk. Onder leiding van de kunnen franchisegever en franchisenemer(s) redelijk met elkaar bespreken welke drempelwaarde en werkbaar is binnen hun samenwerking.
Heeft u binnen uw discussie over de uitvoering van contractuele verplichtingen?
Neem voor advies vrijblijvend contact met mij op. Ik ben als advocaat en MfN-geregistreerd mediator gespecialiseerd in franchiserecht. Ik mij als onafhankelijk en onpartijdig bemiddelaar ervoor in het kader van franchise tot een oplossing van hun ontstaan, zodat zij weer kunnen kunnen vlot met datgene wat zij het liefst doen, namelijk ondernemen.
Adeny van Engel
Van Engel Juridisch
www.vanengellegal.nl