Cameratoezicht in sportclubs, winkels en horeca

Gepubliceerd op: 11-01-2019

Ondernemers kiezen er steeds vaker voor om hun eigendommen, zichzelf, hun personeel en klanten te beveiligen met cameratoezicht. Meestal hebben zij hiervoor een gerechtvaardigd belang zoals het tegengaan van diefstal en het beschermen van zichzelf hun werknemers en klanten.

Anderzijds is er sprake van inbreuk op de privacy van de klanten en de werknemers. Met name werknemers kunnen zich door de aanwezigheid van camera’s bespied voelen. Dit is met name vervelend als de camera gericht is op de kassa en je als werknemer elke dag, de gehele werktijd kassadienst draait. Je hebt dan op je werkplek geen enkele privacy. Omdat die inbreuk op de privacy heel groot is maar de ondernemer anderzijds een gerechtvaardigd belang heeft bij de camera’s, dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan, voordat de camera mag worden opgehangen.

Voorwaarden
De ondernemer moet een gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld het beschermen van personeel en klanten tegen geweld.

Het cameratoezicht moet noodzakelijk zijn. Dat wil zeggen dat de ondernemer het doel niet op een andere manier, die minder ingrijpend is voor de privacy, kan bereiken.

De ondernemer moet eerst zorgvuldig de belangen van de klanten en de werknemers afwegen tegen zijn eigen belang. De zogenaamde “privacytoets”.

Zet de ondernemer grootschalig en/of systematisch cameratoezicht in om diefstal en fraude door werknemers te bestrijden? Dan moet hij als werkgever een data protection impact assessment (DPIA ) uitvoeren.

Rechten van klanten en werknemers
De ondernemer is verplicht de klanten en werknemers te informeren over de aanwezigheid van camera’s. Dit kan door bordjes op te hangen of een duidelijk zichtbare sticker op het raam te plakken. In elk geval moeten klanten voordat zij naar binnen gaan, kunnen weten dat er cameratoezicht is. Op de bordjes dient tevens vermeld te zijn voor welk doel de camera’s worden ingezet.

Verder hebben de klanten en werknemers de volgende rechten:

Het recht om de camerabeelden in te zien;

Het recht om vergeten te worden;

Het recht op beperking van de verwerking;

Het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van de camerabeelden.

 

Bewaartermijn camerabeelden

Ook voor camerabeelden geldt dat zij niet langer bewaard mogen blijven dan noodzakelijk. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken.

 

Wilt u meer weten over de AVG en of uw organisatie voldoet aan de wetgeving? Neem dan contact op met Van Engel Legal. info@vanengellegal.nl